Leestips!

Cultuur historische waardekaart

Geschreven door

Corine

Leestijd 14 minuten 654 x bekeken

In Borne, Hertme & Zenderen hebben we de beschikking over een groot goed, of beter gezegd een rijk cultuur historisch erfgoed! Om dit allemaal duidelijk in kaart te brengen heeft Borne als één van de eerste gemeentes een cultuur historische waardenkaart. Hierop kan je eenovudig onze culturele monumenten bekijken!

Het is soms moeilijk kiezen, maar 10 monunten zijn als belangrijk POI (Point of Interest) uitgewerkt op de kaart. De kaart kan je trouwens via deze viewer inzien. Per POI kan je een PDF openen en meer informatie opdoen over deze specifieke locatie. Hieronder volgt alvast een samenvatting!

1.Archeologische vondsten

Ook in Borne zijn er in de loop van de jaren veel unieke archeologische vondsten gedaan, zo ook op 2 locaties in de wijk de Stroom-Esch.

Op 2 mei 1996 deed een kraanmachinist een bijzondere vondst. Bij het gaven van een stuw in de Bornse beek stuitte hij op enkele grote botten. De kraanmachinist zag dat de botten ongebruikelijk groot waren (wel zo’n 1,20 meter!), stopte met graven en waarschuwde het waterschap. Het bleek te gaan om een scheenbeen, een opperarmbeen en enkele wervels van een mammoet van zo’n 34.000 jaar oud! Uiteindelijk werden er in totaal 64 botten gevonden. De grootste vondst ooit! De mammoet kreeg de naam ‘Boris van Borne’ en was voor kunstenaar Patrick Josso inspiratie voor een ontwerp. In het park Scholtenshof staat sinds 2017 een 500 kilo wegend beeld van een mammoet, genaamd Boris.

Boris
Boris

Zo’n 500 meter verderop werd in 1987, onder het huidige plantsoen aan het Hoefblad, door amateur-archeologen sporen van een nederzetting uit de tijd van Karel de Grote (747-814) gevonden. Niet ver naast deze plek vond men een zorgvuldig gegraven graf. Het was wel duidelijk dat hier een belangrijk persoon was begraven: een karolingische ruiter. Er werden geen overblijfselen van een mens aangetroffen, maar wel grafgiften zoals ijzeren ruitersporen, 16 denarii (munten met een beeltenis van Karel de Grote) en een tweezijdig snijdend zwaard. Waarschijnlijk is het graf tussen 790 en 794 gegraven. Inmiddels wordt dit verhaal gebruikt voor de knotsgekke strijd onder Bornenaren: De Slag om Borne.

Nog meer unieke vondsten:

  • Urnenvondst bedrijventerrein Veldkamp: De Veldkamp was in het verleden een belangrijke begrafenisplaats. Recent zijn hier door archeologen tientallen graven uit de periode van 1000 tot 800 v. Chr. ontdekt. Het komt zelden voor dat onder esgronden urnenvelden worden gevonden. De graven dateren uit de bronstijd, toen de bewoners bronzen gereedschappen gingen gebruiken.
  • De Hondeborg: Ooit stond op deze strategische verhoging een burcht. Het ging waarschijnlijk om een houten gebouw met een verdedigingstoren en een palissade (een zogenaamd mottekasteel) van waaruit ridders de omgeving konden controleren.
  • Bij de aanleg van nieuwbouwwijk de Bornsche Maten kwam een complete Germaanse Nederzetting naar boven uit de periode van circa 400 voor Chr. Tot 70 na Chr. (het begin van de Romeinse tijd) boven de grond .

2.Het Bussemakerhuis

Het Bussemakerhuis is het enige overgebleven linnenhandselhuis in Nederland dat nog in vrijwel oorspronkelijke staat verkeert en is opgesteld voor publiek. Het huis staat aan de Ennekerdijk, in de oude kern van Borne en heeft met zijn fraaie klokgevel en indrukwekkende geschiedenis met recht zijn monumentale status verdiend.

Bussemakerhuis
Bussemakerhuis

Van fabrikeurswoning tot museum

Ver voordat de eerste fabriek er stond, verbouwden de boeren in de omgeving van Borne hun eigen vlas en weefden zelf linnen. Dit linnen werd opgekocht door fabrikeurs (linnenhandelaren), die dit wisten te verhandelen aan rijkere steden in het westen van het land. In Borne hadden ze ook zo’n fabrikeur: Jan Bussemaker. Hij vormde een onmisbare schakel tussen boerenwevers en de markt. De fabrikeur Jan Bussemaker liet in 1779 het oorspronkelijke huis uit 1655 verbouwen tot woon- en handelshuis. Het Bussemakerhuis heeft toen zijn huidige vorm gekregen.

De komst van doopsgezinde fabrikeurs in Borne zorgde ervoor dat aan het eind van de 17e eeuw Borne een belangrijk textielcentrum werd in Twente. De Bornse fabrikeurs waren lange tijd de rijkste inwoners van Twente. Na de opkomst van de katoenweverijen verplaatste de welvaart zich geleidelijk aan naar de omliggende steden zaols Enschede, Almelo en Haaksbergen.

In 1959 is de Stichting Bussemakerhuis opgericht om het Bussemakerhuis van de sloop te redden en verhuurde ze het aan verschillende particulieren. Sinds1993 is het Bussemakerhuis een geregistreerd museum.

Tip!

Met een bezoek aan het Bussemakerhuis (inmiddels een museum én rijksmonument), het enige overgebleven linnenhandelshuis in Nederland dat open is voor publiek, krijg je een unieke inkijk in de leef- en werkwijze van een linnenhandelaar.

3.De Kloostergaarde

Het terrein van de Kloostergaarde werd heel lang geleden (zo rond 1890) gebruikt door de paters Karmelieten als sportveld. In tijden van de oorlog werd het zelfs tijdelijk door de Duitsers ingenomen en diende het als munitieplaats. De oude hekken langs de sortimentstuin doen ons nog aan deze tijd denken. Toen er in 1971 te weinig studenten waren om te sporten, werd het terrein overgenomen door het AOC (Middelbaar Agrarisch Onderwijs). Opleiding tuinbouw legde de sortimentstuin aan zoals wij die nu kunnen zien in Zenderen. Meer dan 1500 planten, heesters & bomen hebben zij geplant.

De Kloostergaarde
De Kloostergaarde
Als het AOC uiteindelijk verhuist naar Almelo ligt de tuin er lange tijd sneu bij. Gelukkig is er sinds een paar jaar onder leiding van SISL (Stichting Invulling Stad & Landschap), een grote groep vrijwilligers met groene vingers druk in de weer om de boel bij te houden. De voormalig sortimentstuin staat inmiddels vol met prachtige bloeiende bomen, platen en groentetuin.

Deze heerlijke oase van rust is openbaar en gratis te bezoeken. Ook ideaal om even uit te rusten tijdens één van de bekende wandelroutes. De Essenroute, Hilligenpad, Marskramerpad en Rondje Borne gaan dwars door de tuin heen.

4.Kloosters in Zenderen

Zenderen staat bekend om zijn karakteristieke kloosters rondom het dorp. Naast de parochiekerk tref je het Karmelklooster aan. Het Karmelklooster bestaat al ruim160 jaar. Langzamerhand groeide dit klooster uit tot een gemeenschap die veel heeft betekend heeft voor Twente. Vanuit het klooster in Zenderen ontstonden er ook kloosters in Oldenzaal, Hengelo, Almelo en Enschede. Daarnaast kwam, door het toedoen van de Karmelieten, het katholiek middelbaar onderwijs in bovengenomende plaatsen van de grond. In Zenderen werd het gymnasium Sancti Alberti opgerciht, waar veel toekomstige karmelieten naar school zijn gegaan.

Nog steeds wordt het klooster bewoond door oudere karmelieten. Het fungeert dus momenteel als kloosterverzorgingshuis, waar het gewone kloosterleven wordt beleefd. Nog altijd zijn gebed, gemeenschap en dienst aan de wereld de pijlers in hun leven. Ze komen daarom twee keer per dag samen voor een gebed. Er zijn geregeld rondleidingen voor belangstellingen. Ook kan men, in de nabijgelegen kloostertuin en patersbos, een rondwandeling maken.

Carmelitessenklooster
Carmelitessenklooster

De Carmelitessen

Aan de rand van Zenderen, niet ver van het Karmelklooster, staat sinds 1889 het slotklooster van de zuster Carmelitessen. De Carmelitessen vormen de vrouwelijke tak van de Karmelorde. De zusters leefden hier in afzondering als slotzusters of monialen. Ze zoeken een weg dicht bij God in geestelijke afzondering. Lange tijd telde het klooster nog 40 zusters, maar begin 2020 zijn de laatste 3 zusters vertrokken naar een klooster in Denekamp. Sindsdien staat het pand leeg.

Zwanenhof
Zwanenhof

Zwanenhof

Na de Eerste Wereldoorlog was er in Twente behoefte aan een eigen retraitehuis, waar groepen mensen terecht konden voor een driedaagse retraite; een persoonlijke innerlijke omvorming door stilte, overweging en gebed. Het retraitehuis werd in1927 op initiatief van verschillende Twentse rooms-katholieke organisaties door de kloosterorde van de Redemptoristen gesticht. Er waren verschillende retraites, voor jongens, vrouwen uit de boerenstand, ongehuwde dames, zieken en bestuurders van verenigingen. In 1999 verlieten de laatste paters het Zwanenhof en werd het werk overgenomen door ‘leken’. Inmiddels is een bezoekje brengen aan het Zwanenhof nog altijd een momentje van bezinning. Drink een kop koffie en struin door de tuin en voel de fijne energie die er hangt!

5.Meijershof

Boerderijcomplex ‘de Meijerhof’ is één van de belangrijkste rijksmonumenten van Borne. Juist op deze plek is de agrarische ontstaansgeschiedenis van Borne nog voelbaar. De hoofdboerderij, de aangebouwde potstal en de wagenloods zijn aangewezen als rijksmonument en dateren in de huidige staat uit 1877 maar de geschiedenis is veel ouder.

In de omschrijving van het complex, behorende bij de rijksmonumentenstatus, wordt de cultuurhistorische waarde o.a. als volgt omschreven: “De hof, mogelijk in de 10e of 11e eeuw ontstaan, is sedert 1142 aan de abt van Ruinen gekomen en is in 1206 door de bisschop van Utrecht overgenomen. Het is één van de zes bisschoppelijke hoven die in Twente aanwezig zijn. Het boerderijcomplex ‘de Meijershof’ is één van de weinige complexen in Borne die nog verwijst naar dit oorspronkelijke agrarische verleden”.

De Hof te Borne kende circa twintig horige boeren, die jaarlijks pacht moesten betalen. Horigen waren gebonden aan het grondgebied van hun heer en genoten zijn bescherming. Daar stond tegenover dat er pacht betaald moest worden. In Borne bestond deze pacht uit de zogenaamde derde garve, waarbij eenderde deel van de oogst geleverd moest worden. Eerst gebeurde dit in natura, later ook wel in geld. Verder moest er betaald worden bij bijzondere gebeurtenissen zoals erfopvolging ("erfwinning"), huwelijk ("opvaart en ingang") en overlijden ("versterf"). Vandaag de dag heeft de eigenaar van Meijershof zijn erf ter beschikking geteld aan wandelend publiek en fungeert het soms als podium voor locatietheater.

Grappig weetje

In 1566 bedroeg de jaarlijkse inkomsten uit de derde garve van de hof te Borne 14 mudden rogge. De waarde daarvan was in totaal 19 Brabantse ponden en 12 stuivers. Daar kwamen de inkomsten uit versterf en erfwinning ter waarde van 4 ponden per jaar bij. De totale inkomsten komen daarmee op 23 ponden en 12 stuivers per jaar. Naar huidige koopkracht omgerekend is dit naar schatting een bedrag richting € 1.000.000,‒.

6.Beschermd dorpsgezicht Oud Borne

Sinds 1991 is het historische centrum van Borne 'beschermd dorpsgezicht' geworden, wat inhoudt dat het stratenpatroon niet meer veranderd mag worden. Het beschermde dorpsgezicht wordt begrensd door de Ennerkerdijk, Grotestraat, Marktstraat, Koppelsbrink en de rondweg. Zoals ze in Borne ook zo mooi zeggen: 'Het centrum laat zich lezen als een monumentaal boek over de geschiedenis van Borne'. Dat het stratenpatroon niet al eerder veranderd is komt doordat in 1888 de Sint Stephanuskerk van de Koppelsbrink naar de Grotestraat, hoek Stationsstraat, is verhuisd. De kerkgangers stalden hun paarden bij de herbergen dichtbij de kerk en deden hun kruidenierswaren inkopen bij winkels in de buurt: iedereen verhuisde zijn handel naar de omgeving van de nieuwe kerk en daarmee verdween alle activiteit in Oud Borne. De oude panden bleven staan: sloop en vernieuwing kwamen destijds niet meer voor.

Notarishuis Oud Borne
Notarishuis Oud Borne

In Oud Borne staan nog diverse panden uit de 19de eeuw. Mooie voorbeelden daarvan zijn Het Bussemakerhuis, de voormalige Synagoge, de Doopsgezinde kerk aan de Ennekerdijk, de voormalige herberg De Gouden Schaaf aan de Brinkstraat, het Hulshofhuis, Notarishuis en schippersherberg 't Steerntje aan de Marktstraat en aan de Koppelsbrink de oude rooms-katholieke pastorie, de Klopjeshuizen en herberg De Bontekoe. Ook op de Meijershof staan nog een aantal oude gebouwen. Het is erg leuk om eens met een gids door Oud Borne heen te wandelen. Naast leuke anekdotes van vroeger vertelt hij over de bijzondere historie en is het mogelijk om een kijkje te nemen in o.a. de Oude Kerk

In 1819 reisde Gijsbert Karel van Hogendorp door Overijssel, waarbij hij voor de overheid zijn waarnemingen noteerde op het gebied van nijverheid, handel en land en waterwegen. Van Hogendorp liep van Almelo via Borne naar Hengelo. Over Borne merkte hij op: "Borne is eene gemeente van nabij 2.800 zielen, waarvan de kleine helft in de kom van het dorp woont. Alles spint en weeft hier”.

7.De Oude Kerk

Midden in het hart van beschermd dorpsgezicht Oud Borne staat de laatgotische Oude Kerk. Een belangrijk onderdeel van de identiteit van Borne. Bouwhistorisch onderzoek heeft aangetoond dat de kerk is gebouwd ergens tussen 1420 en 1515. De Oude kerk, ook wel de Stefanus genoemd, is 35 meter lang en de toren (tot aan de bol onder het kruis) is 48 meter hoog. Voordat de kerk in 1420 gebouwd werd stond er een kleinere, vermoedelijk Romaans zaalkerkje. Het schip was smaller en het dak lager. De Oude kerk is er vanaf 1420 omheen gebouwd. Otto III en zijn zoon Johan II bleken uiteindelijk belangrijke financiers voor de bouw van de kerk: immers een grotere kerk gaf ze meer aanzien.

Oude Kerk
Oude Kerk

Vandaag de dag is het nog steeds mogelijk om een rondleiding door de Oude Kerk te krijgen of om de kerktoren te beklimmen. De beklimming van de middeleeuwse toren is een avontuur op zich, helemaal als je weet dat er in vorige eeuwen een gevangenis was gevestigd. Via een oeroude trap loop je naar de imposante klokken. Op de verschillende verdiepingen zijn permanente exposities ingericht om je kennis te laten maken met de interessante wetenswaardigheden van de toren. Ook kan je de bovenzijde van de gewelven aanschouwen.

8.Herinneringen aan Spanjaard

Een opvallende figuur als je het over de geschiedenis van Borne hebt is Salomon Jacob Spanjaard. Hij vestigde zich in 1812 in Borne. Aanvankelijk ontwikkelde hij kleine textielbedrijven in bestaande en daarvoor geschikte gebouwen in het oude centrum van Borne. Zo exploiteerde de familie Spanjaard in 1850 al vijftig handweefgetouwen, hadden ze een paar honderd huiswevers in dienst en kochten ze katoengarens rechtstreeks van spinnerijen uit Engeland. In 1864 bood de aanleg van het spoor het textielbedrijf, dat inmiddels was overgenomen door zonen Jacob en Levie, nieuw perspectief. Enerzijds gaf deze spoorverbinding aansluiting op het in Nederland zich snel ontwikkelende spoorwegnet, anderzijds werd door de lijn naar Salzbergen de aanvoer van steenkolen vanuit Duitsland vergemakkelijkt waardoor de toepassing van de uit Engeland ingevoerde stoommachine toenam. Met de bouw van een nieuw pand, direct naast het spoor, ontstond de eerste stoomfabriek met 180 weefgetouwen.

luchtfoto Het Spanjaard
luchtfoto Het Spanjaard

Onder leiding van de kleinzoon van Spanjaard groeide de immense fabriek uit tot de grootste werkgever in Borne: 1800 werknemers, 1500 weefgetouwen en wel 81.000 spinspillen in bedrijf. Na de oorlog is er nog een korte opleving en worden o.a. Cinderella lakens, Teddy-luiers en andere kwaliteitsproducten in Borne geproduceerd, maar met de opkomst van productie in de lagelonenlanden gaat het snel bergafwaarts in de textielindustrie. In 1971 moet de fabriek helaas noodgedwongen sluiten.

Tegenwoordig zie je nog herinneringen aan Spanjaard. Zo staat het oude kantoor van de Spanjaardsfabriek er nog, net als het Spanjaardshuis (een neo-classicistische villa die hij liet bouwen), Villa Elisabeth, de dubbele fabrikantenvilla met koetshuis (ook wel beter bekend als het Witte Huis) en het Spanjaardgemaal. Laatste, ook wel watermachientje genoemd, pompte het water uit de Deurningerbeek en vervoerde dat via een buizenstelsel naar de textielfabriek van Spanjaard. Daar werd het onder andere gebruikt voor het wassen en bleken van linnen.

Villa Elisabeth
Villa Elisabeth

9.Het Spookhoes

Een uniek verhaal. Het Oude Groothuys in Hertme, beter bekend als het ‘Spookhuis’, is ondanks de verplaatsing en restauratie een Rijksmonument gebleven. Het pand dateert uit de zestiende eeuw en is oorspronkelijk gebouwd als bouwhuis behorende bij havezathe “t Grotenhuys”. De naam Spookhuis dateert uit de reformatieperiode (rond 1615). Het gebouw heeft waarschijnlijk gediend als schuilkerk. Tijdens de reformatie had de gereformeerde kerk een dominante positie, waardoor katholieken hun geloof niet meer in het openbaar mochten belijden. De enige plek voor niet-gereformeerden om hun geloof te belijden was dus een schuilkerk. Om ervoor te zorgen dat de ongewenste buitenstaanders op afstand bleven, verkleedden de kerkgangers zich als een spook. Later is het Spookhuis onder meer in gebruik geweest als woonhuis en als stal. Daarna werd het verwaarloosd. Verplaatsing en restauratie was de enige optie. Steen voor steen opnieuw opgebouwd. Zelfs zo goed het z'n beschermde status als rijksmonument niet heeft verloren!

Het Spookhoes
Het Spookhoes

10.Landgoed Weleveld

De geschiedenis van Landgoed Weleveld is lang en rijk. Zo werd al in 1244 Godfried van Weleveld genoemd. Door de eeuwen heen hebben het landgoed en haar bewoners een belangrijke rol gespeeld in de Twentse geschiedenis. Het eerste huis, een eenvoudig bouwsel of ook wel spieker genoemd, werd in 1300 gebouwd door Otto van Welvelde en zijn broer Bernard. Gebaseerd op deze bouw is de sitchtingsdatum van Landgoed Weleveld vastgelegd op 1300, en is daarmee één van de drie oudste havezates in Twente. De plek van de eerste havezathe werd Wolfsveld genoemd, wat uiteindelijk werd verbasterd tot Weleveld, WEllsfelt of Welvelde. Toch leeft de wolf nog voort in het wapen van de Weleveld. Het huis staat op een strategisch punt± op het snijpunt van de Bornse beek en een weg, één van de weinige goed begaanbare Oost-West verbindingen uit die tijd door Twente. Naast het huis, komt er dus ook een administratie centrum met een militaire functie. Er wordt tol geheven, zowel op de weg als op de beek. Passerende potten en zompen geladen met turf en andere goederen moeten daarom ook tol betalen. Tegenwoordig is Weleveld vooral bekend om de prachtige typische Twentse natuur waar veel recreanten graag komen om te wandelen of te fietsen.

Stalen beelden
Stalen beelden

Tip: De beelden van Middeleeuws Weleveld!

Op de expositie Middeleeuws Weleveld staan niet minder dan 35 levensgrote figuren. De stalen beelden geven de bezoeker een indruk van de Middeleeuwen op Landgoed Weleveld. Het toont de wereld van de eerste bewoners van het landgoed en geeft een inzicht in de maatschappelijke verhoudingen rond het jaar 1300. De permanente tentoonstelling is gratis toegankelijk.

Deel dit artikel met vrienden

Corine

Hi, ik ben Corine! Citymarketeer, toerismemanager, promotioneel aanjager. Wat de titel ook mag zijn: mijn missie is om zoveel mogelijk mensen te overtuigen en te inspireren om een bezoek aan gemeente Borne te komen brengen!

Meer verhalen uit Borne

  1. Verhalen uit Borne

    Doneren aan de Mariakapel

    Geschreven door Corine
  2. Doe-tips

    Borne op z'n Best

    Geschreven door Corine
  3. Bruisend Borne

    Palmpasenoptocht Borne 2024

    Geschreven door Corine
  4. Doe-tips

    Op zoek naar leuke tips tijdens Pasen? Bekijk hier onze tips!

    Geschreven door Corine

Tip je vrienden

facebook twitter